ML Fiscaal Advies |

BLOG

ML Fiscaal Advies |

BLOG

Alles wat je moet weten van de 30%-regeling

Oorspronkelijk ontworpen om Nederland aantrekkelijker te maken voor hoogopgeleid buitenlands personeel, begon de 30%-regeling als een eenvoudige maatregel. In de loop der tijd is deze regeling echter steeds ingewikkelder geworden, wat heeft geleid tot toenemende kritiek op zowel de effectiviteit als de complexiteit ervan. Maar wat houdt de 30%-regeling precies in en wie kan er gebruik van maken? In dit artikel ga ik dieper in op deze vragen.

De evolutie van de 30%-regeling

Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog was er in Nederland en de rest van Europa een groot tekort aan hoogwaardig personeel. Veel van dit personeel werd uit de Verenigde Staten aangetrokken. Deze werknemers maakten veel dubbele kosten. Om Nederland voor hen aantrekkelijk te maken, werd voor hen een speciale regeling ingevoerd waarmee zij hun dubbele lasten deels kon dekken.

In 1970 werd deze regeling vervangen door de 35%-regeling. De nieuwe regeling was van toepassing op alle buitenlandse werknemers en stond toe dat 35% van het loon als aftrekbare beroepskosten werd aangemerkt. Dit had als effect dat het toptarief van 72% in de inkomsten- en loonbelasting werd verlaagd naar een concurrerender belastingtarief. 

In 2001 werd de 35%-regeling vervangen door de 30%-regeling. Door maatschappelijke kritiek en talrijke rechtszaken over de toepasbaarheid, werd de 30%-regeling in 2012 aangescherpt. Na evaluaties in 2016 en 2017 werd de regeling verder versoberd: de looptijd werd verkort naar vijf jaar en de 150 km-grens werd ingevoerd. 

Ondanks de voortdurende kritiek blijft de overheid de voordelen van de 30%-regeling erkennen. Afschaffing in de nabije toekomst is dan ook onwaarschijnlijk, hoewel de regeling wel verder wordt versoberd.

Vanaf 1 januari 2024 wordt de 30%-regeling gemaximeerd tot de Balkenendenorm (€ 233.000 in 2024). Voor het deel van het salaris dat boven dit bedrag uitkomt, is de 30%-regeling niet meer van toepassing.

Een andere wijziging is de introductie van de 30-20-10-regeling. Gedurende de eerste 20 maanden mag maximaal 30% van het loon onbelast worden vergoed, de volgende 20 maanden maximaal 20%, en de laatste 20 maanden maximaal 10%. De 30-20-10-regeling geldt niet voor werknemers op wie de 30%-regeling in december 2023 was toegepast.

Vanaf 1 januari 2025 wordt de keuze voor de “partiële buitenlandse belastingplicht” in de inkomstenbelasting afgeschaft. Dit betekent dat alle werknemers die gebruikmaken van de 30%-regeling in Nederland ook belast zullen worden over hun wereldinkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en uit sparen en beleggen (box 3). Voor werknemers op wie de 30%-regeling in december 2023 was toegepast, vervalt de keuzemogelijkheid vanaf 1 januari 2027.

Wat houdt de 30%-regel in?

Werknemers die tijdelijk in het buitenland wonen en werken maken vaak extra kosten, ook wel “extraterritoriale kosten” (ET-kosten) genoemd. Werkgevers kunnen deze ET-kosten onbelast vergoeden, mits er een duidelijk verband is tussen de kosten en de dienstbetrekking. 

Werkgevers hebben twee opties om ET-kosten te vergoeden:

  1. De werkelijke ET-kosten vergoeden: de werkgever kan ervoor kiezen om de daadwerkelijke ET-kosten aan de werknemer te vergoeden. Hierbij moeten de werkelijke kosten worden bijgehouden.
  2. De 30%-regeling toepassen: de werkgever kan ook kiezen voor de 30%-regeling. Hierbij kan de werkgever maximaal 30% van het loon belastingvrij vergoeden zonder dat de werkelijke ET-kosten bijgehouden hoeven te worden.

De meest belangrijke voordelen van de 30%-regeling zijn:

  • Eenvoudig: het is niet nodig om de werkelijke ET-kosten bij te houden. Dit verlaagt zowel de administratieve lasten voor werkgever en werknemer, als de uitvoeringslasten voor de Belastingdienst.
  • Belastingvoordeel: iedereen die in aanmerking komt voor de 30%-regeling profiteert automatisch van een belastingvrije vergoeding van maximaal 30% van het loon, ongeacht of zij daadwerkelijk ET-kosten hebben gemaakt.

Voorbeeld

Een werknemer met de 30%-regeling heeft een brutoloon van € 100.000. Hiervan kan maximaal € 30.000 (30% van € 100.000) in de eerste 20 maanden van de tewerkstelling in Nederland onbelast worden vergoed. Dit betekent dat de resterende € 70.000 met loonheffingen wordt belast.

Als de werknemer 30% van zijn inkomen belastingvrij ontvangt, betekent dit dat 70% van zijn bruto loon belast wordt. Dit belastingvrije voordeel heeft echter nadelige gevolgen voor zaken zoals de hoogte van een werkloosheidsuitkering of de hypotheekrenteaftrek, omdat beide gebaseerd zijn op het belastbare bruto loon.

Wat zijn extraterritoriale kosten (ETK)?

De Wet op de loonbelasting biedt werkgevers de mogelijkheid om kosten die werknemers vanwege hun dienstbetrekking maken te vergoeden. Hiervoor bestaat de werkkostenregeling (WKR). De WKR werkt als volgt: van de jaarlijkse vergoedingen en verstrekkingen worden de “vrije ruimte” (een jaarlijks wisselende percentage van het totale jaarloon van de werkgever) en de in de wet opgenomen gerichte vrijstellingen afgetrokken. Over het restantbedrag is de werkgever 80% loonbelasting verschuldigd.

ET-kosten zijn een van de gerichte vrijstellingen. Sommige ET-kosten vallen echter niet onder ET-kosten, maar zijn een andere gerichte vrijstelling. Weer andere ET-kosten vormen geen gerichte vrijstelling, maar worden als loon belast.

Om te kunnen beoordelen welke kosten tot welke categorie behoort, biedt het Besluit van 11 februari 2004 duidelijkheid:

 ET-kostenAndere gerichte vrijstelling Belast loon
Extra kosten voor levensonderhoud (bijvoorbeeld maaltijden en gas/water/licht)  
Uitzendtoeslagen, bonussen en dergelijke  
Verhuiskosten  
Kennismakingsreis naar het werkland  
In orde brengen van officiële papieren, medische keuringen en inentingen  
Meubelopslag  
Vergoeding van vermogensverliezen  
Dubbele huisvestingskosten  
Huisvestingskosten, indien meer dan 18% van het loon  
Huisvestingskosten, indien minder dan 18% van het loon   
Aan- en verkoopkosten van een woning bij zakelijke verhuizingen  
Vergoeding van aan- en verkoopkosten van een woning uit privé overwegingen  
Reiskosten naar het land van herkomst  
Kosten voor regelmatig woon-werkverkeer  
Vergoeding van persoonlijk belastingadvies  
Kosten aangifte inkomstenbelasting werkland en land van herkomst   
Vergoeding van verschillen in de belastingtarieven (tax equalization)  
Taalcursussen voor werknemer en gezin  
Vergoeding privé kosten voor bellen met het land van herkomst  
Telefoonabonnement  
Zakelijke maaltijden  
Vaste kostenvergoedingen  

Hoe kwalificeren schoolgelden?

Schoolgelden zijn kosten voor de opleiding van kinderen van “extraterritoriale werknemers” (expats). Deze uitgaven dekken de kosten voor basisschool en middelbare school, zowel op internationale scholen als op internationale afdelingen van reguliere scholen. Schoolgelden omvatten ook vervoerskosten, maar niet de kosten voor huisvesting en maaltijden.

Een school is een internationale school als het lesprogramma is gebaseerd op een buitenlands systeem en als de school of afdeling voornamelijk openstaat voor kinderen van buitenlandse werknemers.

Volgens een Kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst kunnen ook de schoolgelden voor een internationale school die buiten Nederland gevestigd is gericht worden vrijgesteld. Bij vergoeding van de werkelijke ET-kosten moet dan aannemelijk worden gemaakt dat er een causaal verband is tussen de schoolgelden en het tijdelijke verblijf in het buitenland in het kader van de dienstbetrekking. Bij toepassing van de 30%-regeling hoeft dat niet. 

Schoolgelden kunnen naast de werkelijke ET-kosten en de 30%-regeling onbelast worden vergoed.

Zijn er nog andere voordelen van de 30%-regeling?

Werknemers met de 30%-regeling kunnen jaarlijks in hun belastingaangifte kiezen of zij “partieel buitenlands belastingplichtige” voor de inkomstenbelasting willen zijn. Als partieel buitenlands belastingplichtige zijn zij alleen belasting verschuldigd over hun inkomen in box 1 (belastbaar inkomen uit werk en woning). Voor inkomen in box 2 (belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang) en box 3 (belastbaar inkomen uit sparen en beleggen) worden zij als buitenlandse belastingplichtige beschouwd. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld geen belasting hoeven te betalen over hun bank- en spaartegoeden en effecten.

Vanaf 1 januari 2025 verdwijnt de mogelijkheid om te kiezen voor behandeling als partieel buitenlands belastingplichtige. Dit houdt in dat vanaf de belastingaangifte voor het jaar 2025 alle werknemers met een 30%-regeling belastingplichtig worden voor hun wereldinkomen en -vermogen.

Voor werknemers op wie de 30%-regeling in december 2023 was toegepast, vervalt de keuzemogelijkheid vanaf 1 januari 2027.

Alleen expats komen voor de 30%-regeling in aanmerking. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ingekomen werknemers en uitgezonden werknemers. Het begrip “werknemer” houdt in dat er sprake moet zijn van een dienstbetrekking. Dit betekent dat de 30%-regeling niet alleen van toepassing kan zijn op reguliere werknemers, maar ook op directeuren-grootaandeelhouders die in dienst zijn van hun eigen BV.

Ingekomen werknemers

Een ingekomen werknemer is een werknemer die vanuit het buitenland wordt aangenomen vanwege een specifieke deskundigheid die schaars of niet aanwezig is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Deze werknemer moet in de 24 maanden voorafgaand aan het begin van de tewerkstelling in Nederland minimaal 16 maanden op een afstand van meer dan 150 km van de Nederlandse grens hebben gewoond.

Specifieke deskundigheid

Sinds 2012 wordt de specifieke deskundigheid van een werknemer beoordeeld op basis van het salaris.

Bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst moet de werknemer een jaarsalaris van minimaal € 46.107 (2024) hebben. Voor werknemers jonger dan 30 met een universitair masterdiploma geldt een lagere salariseis van € 35.048 (2024). Treedt de werknemer gedurende het jaar in dienst, dan wordt het salaris omgerekend naar een jaarbedrag.

Voor werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen of medische specialisten zijn, geldt geen minimumsalariseis.

Schaarste van deskundigheid op de Nederlandse arbeidsmarkt

Wanneer een werknemer aan de salariseis voldoet, voldoet hij meestal ook aan de schaarste-eis. Voor sommige beroepsgroepen, zoals profvoetballers en tandartsen, moet de schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt echter apart worden beoordeeld.

De schaarste-eis wordt beoordeeld aan de hand van de volgende factoren:

  • Het niveau van de gevolgde opleiding;
  • De relevante werkervaring voor de functie;
  • De verhouding tussen het salaris in Nederland en het salaris in het land van herkomst.

150 km-grens

VOm voor de 30%-regeling in aanmerking te komen geldt dat de werknemer gedurende de 24 maanden vóór de eerste werkdag in Nederland meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens moet hebben gewoond.

Deze eis is ingesteld om te voorkomen dat werknemers die dicht bij de Nederlandse grens wonen aanspraak kunnen maken op de 30%-regeling. De gedachte hierachter is dat deze werknemers minimale ET-kosten hebben. Interessant is dat niet alleen de buurlanden, maar ook een deel van het Verenigd Koninkrijk binnen de 150 km-zone valt.

De 150 km-eis geldt niet in de volgende drie situaties:

1) Promovendi: werknemers met een doctorstitel die binnen één jaar na hun promotie in Nederland gaan werken en voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • De werknemer woonde tijdens het promotieonderzoek en tussen de promotie en de start van het werk in Nederland of binnen een straal van 150 kilometer van de Nederlandse grens; en
  • Deze werknemer woonde in de 24 maanden vóór de start van zijn promotieonderzoek in Nederland meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens.

2) Terugkerende werknemers: werknemers die voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • De werknemer heeft eerder in Nederland gewerkt en keert na een verblijf in het buitenland terug, waarbij de eerdere werkperiode in Nederland niet langer dan vijf jaar geleden is begonnen; en
  • Deze werknemer heeft in de 24 maanden vóór deze eerdere werkperiode in Nederland meer dan 16 maanden op een afstand van meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens gewoond; en
  • Deze werknemer had tijdens deze eerdere werkperiode een beschikking voor de 30%-regeling, of kan aantonen dat hij destijds aan de voorwaarden voldeed.

3) Wisseling van werkgever: bij een wisseling van werkgever gedurende de looptijd van de 30%-regeling geldt de 150 km-eis niet.

Uitgezonden werknemers

Een uitgezonden werknemer is iemand die vanuit Nederland tijdelijk naar het buitenland wordt gestuurd om te werken. Als de werknemer in een periode van 12 maanden ten minste 45 dagen buiten Nederland verblijft, kan van de 30%-regeling gebruik worden gemaakt. Uitzendingen van minder dan 15 dagen tellen hierbij niet mee. Tijdens deze periode moet er wel sprake zijn van een Nederlandse inhoudingsplichtige.

Uitgezonden werknemers zijn onder meer ambtenaren (zoals diplomaten en militairen), ontwikkelingswerkers die via door Nederland gesloten verdragen worden uitgezonden en wetenschappers en hoogleraren.

Hoe wordt de 30%-regeling aangevraagd?

Om de 30%-regeling toe te kunnen passen, moeten de werkgever en de expat samen een verzoek indienen bij de Belastingdienst. De belastinginspecteur beslist op dit verzoek met een voor bezwaar vatbare beschikking.

Om ervoor te zorgen dat de 30%-regeling vanaf de eerste dag van de tewerkstelling geldt, moet dit verzoek binnen vier maanden na de start van de tewerkstelling worden ingediend. Als het verzoek na deze termijn wordt ingediend, geldt de 30%-regeling pas vanaf de eerste dag na de maand van indiening van het verzoek. Let op: een te late indiening verkort de looptijd van de regeling!

Als de expat van werkgever wisselt, moet binnen drie maanden na beëindiging van de werkzaamheden bij de oude werkgever een nieuw gezamenlijk verzoek worden ingediend om de 30%-regeling voort te zetten.

Is niet alle benodigde informatie direct beschikbaar, dan kan er een pro-formaverzoek worden ingediend. Hiermee wordt de indiening binnen de viermaandstermijn veiliggesteld.

Jaarlijkse keuze tussen werkelijke ETK en toepassing 30%-regeling

Gedurende de looptijd van de 30%-regeling moet vanaf 1 januari 2023 jaarlijks in januari een keuze worden gemaakt om de werkelijk gemaakte ET-kosten te vergoeden, of de 30%-regeling toe te passen.

Wat is de looptijd van de 30%-regeling?

Vanaf 1 januari 2019 is de maximale looptijd van de 30%-regeling vijf jaar. Dit is een flinke versobering: tot 2012 was de maximale looptijd nog tien jaar. Tussen 2012 en 2019 was de maximale looptijd acht jaar.

Als een werknemer in de laatste 25 jaar voor de aanvraag van de 30%-regeling in Nederland heeft gewoond, wordt de maximale duur van de regeling met deze periode gekort. Als de werknemer in de laatste 25 jaar vijf jaar of langer in Nederland heeft gewoond, komt hij niet in aanmerking voor de 30%-regeling.

Beperkt verblijf in Nederland (maximaal zes weken per kalenderjaar vakantie, etc.) en beperkte tewerkstelling in Nederland (maximaal 20 dagen per kalenderjaar) zijn wel toegestaan en leiden niet tot een looptijdkorting.

Hoe wordt gecontroleerd of gedurende de looptijd nog aan de eisen wordt voldaan?

Tijdens de looptijd van de 30%-regeling wordt permanent getoetst of nog steeds aan de eisen wordt voldaan. Het gaat met name om het salaris. Als blijkt dat het betaalde salaris lager is dan € 46.107 (2024) of de verlaagde salariseis van € 35.048 (2024) op jaarbasis, stopt de 30%-regeling vanaf dat moment.

Wat gebeurt er als een expat niet (meer) voor de 30%-regeling in aanmerking komt?

Als een expat niet (meer) in aanmerking komt voor de 30%-regeling, mag de werkgever de werkelijk gemaakte ET-kosten belastingvrij vergoeden. Ook mag de werkgever gebruik maken van andere gerichte vrijstellingen (zie hierboven onder “Welke ET-kosten zijn er?”).

De werkgever mag ook schoolgelden aan de expat belastingvrij vergoeden, zoals hierboven beschreven onder “Hoe kwalificeren schoolgelden?”

Tot 1 januari 2025 geldt dat als de looptijd van de 30%-regeling is verstreken of als de regeling stopt omdat tijdens de permanente toetsing blijkt dat niet meer aan de eisen wordt voldaan, wordt de expat vanaf dat moment in Nederland belast over zijn wereldinkomen en wereldvermogen (zie hierboven onder “Zijn er nog andere voordelen van de 30%-regeling?”). 

Afsluiting

De 30%-regeling biedt werkgevers de kans om ET-kosten van expats zonder extra bewijs te vergoeden. Door de recente versoberingen van de 30%-regeling kan het fiscaal gunstiger zijn om de werkelijke ET-kosten te vergoeden in plaats van de 30%-regeling toe te passen. Het is belangrijk om de ontwikkelingen goed in de gaten te houden. Wilt u meer weten of heeft u hulp nodig? Neem dan contact met mij op.

Deel online

dit vindt u wellicht Ook interessant

ML Fiscaal Advies Mark Liebman

Neem contact met mij op

Heeft u een vraag of verzoek of wilt u een vrijblijvend gesprek? Vul dan onderstaand formulier zo volledig en specifiek mogelijk in. Ik neem zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 werkdagen, contact met u op voor het beantwoorden van uw vraag of het inplannen van een afspraak.

ML Fiscaal Advies Mark Liebman

Neem contact met mij op

Heeft u een vraag of verzoek of wilt u een vrijblijvend gesprek? Vul dan onderstaand formulier zo volledig en specifiek mogelijk in. Ik neem zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 werkdagen, contact met u op voor het beantwoorden van uw vraag of het inplannen van een afspraak.